zondag 25 januari 2015

Geschutsbedding Batterij Preussen

Dit betreft de meest westelijke bedding van de batterij Preussen.
In juli 1917 werd gestart met de bouw van deze batterij, door tweehonderd opgeëiste Belgische werklieden. De beddingen waren klaar en de stukken werden geleverd tegen eind september 1917. Deze batterij was samengesteld uit vier stukken scheepsgeschut van 28cm, afkomstig van de buiten gebruik gestelde kruiser Preussen, die gemonteerd werden op spoorwegonderstellen. Deze batterij werd voorzien als reserve voor de zwaardere batterijen, waarvan gevreesd werd dat de levensduur bij lange en zware interventies te snel zou verminderen.
De kanonnen werden via het spoor tot bij de betonnen beddingen gereden en daar op een vaste centrale spil gemonteerd. De beddingen hadden een diameter van tien meter en waren slechts 37 centimeter diep. Op de centrale spil na was de volledige betonbedding met turf gecamoufleerd. Iedere bedding was omgeven door een kleine aarden wal, bezet met gevlochten rijshout. Elke bedding liet een vuurmogelijkheid van 360° toe. Per twee kanonnen waren twee munitiemagazijnen voorzien, die ofwel ladingen ofwel granaten bevatten. Bij de batterij hoorden één centrale commandopost met vijf kamers, waarin het personeel kon schuilen bij eventuele beschietingen. Recht voor de batterij, in de duinen aan kilometer 33 lag de voornaamste observatiepost.

Dit betreft de op één na meest westelijke geschutsbedding van de batterij Preussen. In juli 1917 werd gestart met de bouw van deze batterij, door tweehonderd opgeëiste Belgische werklieden. De beddingen waren klaar en de stukken werden geleverd tegen eind september 1917. Deze batterij was samengesteld uit vier stukken scheepsgeschut van 28cm, afkomstig van de buiten gebruik gestelde kruiser Preussen, die gemonteerd werden op spoorwegonderstellen.
Deze batterij werd voorzien als reserve voor de zwaardere batterijen, waarvan gevreesd werd dat de levensduur bij lange en zware interventies te snel zou verminderen. De kanonnen werden via het spoor tot bij de betonnen beddingen gereden en daar op een vaste centrale spil gemonteerd. De beddingen hadden een diameter van tien meter en waren slechts 37 centimeter diep. Op de centrale spil na was de volledige betonbedding met turf gecamoufleerd. Iedere bedding was omgeven door een kleine aarden wal, bezet met gevlochten rijshout. Elke bedding liet een vuurmogelijkheid van 360° toe. Per twee kanonnen waren twee munitiemagazijnen voorzien, die ofwel ladingen ofwel granaten bevatten. Bij de batterij hoorden één centrale commandopost met vijf kamers, waarin het personeel kon schuilen bij eventuele beschietingen. Recht voor de batterij, in de duinen aan kilometer 33, lag de voornaamste observatiepost.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten